"Sir" Paul McCartney heeft in het Sportpaleis in Antwerpen een sterk, drie uur durend concert gegeven en daarvoor had hij zelfs enkele zinnetjes Nederlands voorbereid. De Beatle droeg een song op aan John, aan George en aan Ringo.
Een vol Sportpaleis wacht ongedurig op McCartney, maar krijgt eerst een video van een half uur. Als de groep op het podium wandelt, ontspannen, geeft de zaal meteen een staande ovatie. McCartney, met de typerende basgitaar al om de schouder, heeft dan ook niet zo veel meer te bewijzen.
“Jet” opent de set. “Goedenavond Antwerpen”, zegt McCartney in het Nederlands. “Ik ga proberen een mondje Vlaams te spreken.” De klassieke popsong “All my loving” volgt. Meteen valt op hoe goed McCartney, die dit jaar 70 wordt, bij stem is. Ook de hoge noten in het nummer haalt hij feilloos. Op het videoscherm achter het podium zien we beelden van de jonge Beatles.
“Alles kits achter de rits?”, vraagt Macca. Hij zal het zinnetje in de loop van het concert meerdere keren herhalen. Ik vraag me af wie het hem heeft ingefluisterd.
“Nee, ik verkoop deze gitaar niet, het is de originele”
McCartney kondigt aan dat hij een recenter nummer zal spelen. De band zet “Sing the changes” in, uit 2008. In de videoanimatie duikt het gezicht op van de Amerikaanse president Barack Obama.
Na het zesde of zevende nummer pakt McCartney voor het eerst de gitaar. Als hij intussen ook zijn jas uittrekt, juicht het publiek. Macca kijkt ervan op. “Dat was meteen mijn laatste vestimentaire verandering van deze avond”, grapt hij.
Iemand uit het publiek vraagt via een bordje (“ik raak altijd in de war van die bordjes”) of hij de gitaar van de Beatle kan kopen. “Nee, ik verkoop deze gitaar niet”, is het antwoord. “Het is de originele gitaar waarmee dit nummer op plaat werd ingespeeld.” Een prachtige versie van “Paperback writer” is wat volgt.
Ode aan de andere Beatles, ook aan Ringo
Voor het eerst deze avond gaat McCartney aan de piano zitten en voor het eerst volgt een rustiger nummer: “The long and winding road”, uit het laatste album van The Beatles. McCartney speelt niet enkel Beatles-nummers, maar put ook uit recent werk, “My Valentine” bijvoorbeeld, “voor mijn vrouw Nancy”. Of “voor de Wings-fans”: “Nineteen hundred and eighty five”.
“Dit nummer is geschreven in de jaren 60. Toen ik hoorde over problemen met de burgerrechten in enkele staten in de VS, probeerde ik mensen hoop te geven.” McCartney, even helemaal alleen op het podium nu, krijgt de zaal muisstil met “Blackbird”.
En dan probeert McCartney het nog eens in het Nederlands. “Ik heb dit geschreven na de dood van mijn vriend John.” Na “Here today”, “dat gaat over wat ik hem nog wilde zeggen”, volgt opnieuw een staande ovatie van het Sportpaleis. McCartney ziet er zelfs wat aangeslagen uit en hij maakt het V-teken.
Ook de andere Beatles krijgen later in de set nog een eerbetoon. Voor (en van) George Harrison speelt McCartney het mooie “Something” op ukelele, het lied wordt luidkeels meegezongen. En later speelt McCartney op verzoek van iemand uit het publiek ook een stuk “Yellow submarine”, al houdt hij daar snel mee op omdat hij flarden tekst niet meer kent. “Ah, jullie wilden Ringo niet vergeten, hé”, lacht hij. “Yellow submarine” is een van de weinige nummers die door de drummer werd ingezongen.
Her en der in de zaal staat een leeftijdsgenoot van McCartney bij elk nummer uit zijn dak te gaan. Maar over het algemeen is het publiek tijdens de nummers eerder rustig in de eerste helft van het optreden. Dat verandert als de band met “Ms. Vandebilt” de finale van het concert lijkt in te zetten. “In Oekraïne was dit het favoriete nummer van het publiek. Dat komt wellicht door dat refrein: ho hey ho”, grapt hij. De groep speelt nog enkele nummers uit de Wings-periode.
“Alles kits achter de rits?”, vraagt McCartney nog eens om dan weer over te schakelen op het Engels. “Verstaan jullie dat eigenlijk? Wel mooi, dat taaltje van René Magritte.”
McCartney behoeft geen vuurwerk
De ex-Beatle entertaint. Hij bootst kreten uit het publiek na, doet een dansje of schudt eens met zijn bretellen. Stilaan veert heel het middenplein recht uit de stoeltjes.
“Obladi, oblada”, toch niet het sterkste nummer uit het oeuvre van The Beatles, krijgt zowat iedereen aan het dansen, net als een stomende versie van “Back in the U.S.S.R.”. “Enkele jaren geleden gaven we een optreden op het Rode Plein in Moskou”, vertelt McCartney over dat laatste nummer. “We hebben toen enkele leden van de Russische regering ontmoet. Dat had ik nooit kunnen denken ten tijde van dat nummer.”
Tegen het einde van het concert komt de klemtoon steeds meer op de nummers van The Beatles te liggen. Een prachtig “Eleanor Rigby” bijvoorbeeld. Ook “A day in the life” leek een absoluut hoogtepunt te worden, al werd dat onderbroken om over te schakelen op een meebrulmoment met “Give peace a chance”. Na “Let it be” schrikt het publiek op van het vuurwerk tijdens het bombastische “Live and let die”. Maar Paul McCartney heeft geen vuurwerk nodig, denk ik. Dat bewijst hij onder meer met “Hey Jude”, de meezinger die de set afsluit.
Ook voor de eerste bisronde heeft McCartney nog enkele parels opgespaard. Een medley van “All you need is love” en “She loves you” wordt gevolgd door ronduit perfecte versies van “Drive my car” en “Get Back”. Opnieuw valt die geweldige stem op. McCartney komt nog een tweede keer terug en krijgt de zaal nog een laatste keer muisstil met “Yesterday”. Als de band na een swingend “Day Tripper” ook “The end” inzet, het orgelpunt van “Abbey road”, beginnen enkele oudere mensen in het publiek het Sportpaleis al te verlaten.
“Maar pa, dat is toch straf?”
“On the run”, zo heet de huidige tournee van Sir McCartney met de band waarmee hij dit jaar tien jaar samen speelt, zowat even lang als met The Beatles. De tournee eindigt later dit jaar voor Buckingham Palace met een concert ter ere van de Queen, die 60 jaar op de troon zit.
Buiten aan het Sportpaleis hoor ik een vader en zijn zoon –de gelijkenis is overduidelijk- het concert luidop evalueren. “Ik had toch gehoopt dat hij nog wat meer nummers van The Beatles had gespeeld”, zegt de vader. “Maar pa, hij heeft drie uur gespeeld en daar zat geen enkel slécht nummer bij. Dat is toch uitzonderlijk?”
Wouter Carton / Bron : DeRedactie.be